SalvationInGod

vrijdag 19 augustus 2016

Read & Apply #4 Afwijzing, oordeel en genade

Lucas 9:51-56


Wat kunnen we leren over Bijbelgedeelten waarin mensen Jezus Christus bewust afwijzen en buiten de deur van hun dorp of leven willen houden? Wat hebben dergelijke teksten te zeggen over onze eigen houding? In dit deel van Read & Apply zullen we ontdekken hoe verrassend Gods genade kan zijn, op manieren die wij niet zouden bedenken.

1. Christus wil ons midden zijn
De Heere Jezus weet wat Hem in Jeruzalem te wachten staat: veroordeling, bespotting, marteling en uiteindelijk de dood. Maar óók Zijn opstanding! Toch maakt Lucas er in hoofdstuk 9 al melding van dat Christus Zich daarop richt. Hij is in Zijn hart al bezig met Jeruzalem en wat daar moet gebeuren. Het weerhoudt Hem er echter niet van om vóór die tijd nog een aantal plaatsen en gebieden te bezoeken (vers 51 en 52). Zo wil Hij ook in een Samaritaans dorp komen om daar het Goede Nieuws van Gods komende Koninkrijk bekend te maken. Hij wil in ons midden zijn om ons te laten delen in dat Goede Nieuws, zodat ook wij deel uit zullen maken van het Koninkrijk.

2. Kernelementen van een bepaalde religie zijn een serieuze belemmering voor het ontvangen van Christus
Het feit dat Lucas in vers 51 beschrijft dat Christus “Zijn aangezicht naar Jeruzalem keerde om daarheen te reizen”, is geen willekeurig feitje. In vers 53 blijkt het namelijk een onoverkomelijke hindernis voor de Samaritanen te zijn. Zij hebben hun eigen godsdienst, hun eigen cultus en zijn totaal niet geïnteresseerd in Jeruzalem en wat daar allemaal moet gebeuren. Hierdoor wordt de deur voor de Heere Jezus dichtgedaan. De relatie tussen Joden en Samaritanen was in de tijd van de Heere Jezus niet best. Het leverde spanningen op en deze gebeurtenis geeft iets weer van die spanning.
Tegelijkertijd maakt deze gebeurtenis ook duidelijk dat wie blijft vasthouden aan bepaalde kernelementen van zijn of haar valse godsdienst, niet in staat is om de ware God en Zijn Messias te ontvangen. Ook hier geldt de waarschuwing: weet op welke God en op welk fundament jij jouw leven bouwt!

3. De gezindheid van Christus en onze vraag naar gerechtigheid en oordeel komen soms stevig met elkaar in botsing
Het is duidelijk: Christus is niet welkom in het Samaritaanse dorp. Dit tot ongenoegen van Johannes en Jakobus, die hier in vers 54 wel antwoord op weten: net als Elia vragen om vuur uit de hemel (zie 2 Koningen 1:10, 12). Dit oordeel hebben ze dik verdiend! We kennen Johannes als de “discipel van de liefde”, maar wanneer we dit lezen, krabben we toch wel even achter onze oren.
Johannes en Jakobus zijn met deze houding niet anders dan wij. Ook wij zouden na een dergelijke afwijzing vragen om maatregelen. Ergens zit hier wel iets moois in, omdat Johannes en Jakobus zich goed bewust zijn van de gevolgen voor mensen die Jezus afwijzen. Je gaat bijna wanhopig de vraag stellen of mensen wel goed bij hun hoofd zijn: “Mensen, luister toch! Dit is de Messias en Hij heeft geweldig goed nieuws voor jullie! Hoe durven jullie het lef te hebben hier niet eens naar te luisteren!”
Wees eens eerlijk: hoe vaak denk jij bij het zien van goddeloze mensen en zondaars: “Heere, oordeel hen!” Herken jij niet die prikkel, die drang om direct gerechtigheid en oordeel te zien wanneer mensen dwars blijven liggen?
Dit is echter niet de manier waarop de Heere Jezus in vers 55 reageert. Sterker nog: Hij bestraft Zijn eigen discipelen! Want Johannes en Jakobus hebben niet de gezindheid die kenmerkend is voor Christus. Overigens vraag ik mij af waarom de Herziene Statenvertaling het woord “Geest” in vers 55 met een hoofdletter weergeeft, want de “geest” die de twee apostelen hier laten zien, is verre van heilig. Bovendien wordt de suggestie gewekt dat Christus een gezindheid bij Jakobus en Johannes bestraft, die zou zijn gewerkt door de Heilige Geest en dan heb je helemaal een onverklaarbare zaak.
Daar waar de discipelen een destructieve, oordelende houding aannemen, stelt Christus dat Hij is gekomen om te redden; juist níet om te vernietigen.

4. Onze reactie op afwijzing van het Evangelie bewijst of wij werkelijk een “bediening van het Nieuwe Verbond” hebben (Vgl. 2 Korinthe 3:3-6)
Doordat Jezus zegt dat Hij is gekomen om te redden en niet om te vernietigen, willigt Hij het verzoek van Johannes en Jakobus niet in. Iemand die verlossing voor mensen komt brengen, gaat niet diezelfde mensen vernietigen. En hiermee bewijst Hij een échte Verlosser te zijn, die mensen extra genade wil geven (hoewel dit de ernst van afwijzing niet wegneemt). Dit is voor ons de test wanneer wij het Evangelie verkondigen: roepen wij na één keer al om het oordeel? Of laten we de zaak met rust, in de wetenschap dat het Goede Nieuws verkondigd is en dat God wellicht op een later tijdstip de afwijzing kan ombuigen in aanvaarding? Wanneer we de laatste houding aannemen, tonen we ons als ware dienstknechten van de “bediening van het Nieuwe Testament”.

5. Genade betekent soms ook zwijgen en doorlopen
Het lijkt niet voor de hand liggend, maar wanneer we zwijgend vertrekken, kan ook dit een houding en daad van genade zijn. Wie weet wat God later nog kan doen met het ogenschijnlijk nutteloze werk van dit moment?
Ook hier ligt een belangrijke uitdaging voor christenen: hoever gaan we in het overtuigen van mensen? Hoe ver gaan we om ons recht te halen? De wereld wordt absoluut niet jaloers van een stel christenen die bij elke vlaag van tegenstand verontwaardigd op hun strepen gaan staan. Juist dezelfde persoon blijven wanneer alles ontnomen wordt, maakt de boodschap van het Evangelie zo krachtig en bijzonder. Het is van groot belang dat we kunnen onderscheiden wanneer we kunnen spreken én wanneer we moeten zwijgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief