SalvationInGod

zondag 23 oktober 2016

Verheerlijking, liefde en perspectief

Omstandigheden kunnen ervoor zorgen dat je in verwarring komt en dat je tegen allerlei zaken aan gaat schoppen. Zaken die eens zo dierbaar voor je waren, de heilige huisjes – dat waar niemand aan mag komen – worden overschaduwd door wat er gebeurt.

In mijn geval gebeurde dat met wat John Piper “christelijk hedonisme” noemt. Ik weet het nog goed, dat ik voor het eerst ging begrijpen wat hij ermee bedoelde: je diepste geluk vinden in Wie God is en wat Hij voor je gedaan heeft. Eigenlijk leerde ik dit met een zekere variant van John Owen. Toen ik de waarheid leerde begrijpen dat alles in het leven te doen is om de heerlijkheid van God, had ik een sterk verlangen om Hem groot te maken, een visie om het leven in te richten en een heerlijk uitzicht op de glorie die eens geopenbaard zal worden.

Van lieverlee is van dit alles een waakvlammetje overgebleven. Totdat ik vastliep. Vastliep in mijzelf en in het staren naar mezelf. Je kunt op een egoïstische manier bezig zijn met het Evangelie. Alles alleen maar voor jezelf toepassen. En dan op een punt komen dat alles om jou draait. Je gaat jezelf vullen met de zegeningen van het Evangelie, uitsluitend voor jouzelf en verliest Gods centrale plaats uit het oog. En juist op dát moment brengt God Zichzelf terug op die plek.

Wanneer het om jou draait, ga je vaker “vragen van ontevredenheid” stellen. Waarom gebeurt dit? Waarom heb ik dat niet? Waarom…? Voor je gevoel lijk je in een neerwaartse spiraal terecht te komen. En dan?
Dan kom je bij een gedeelte als Johannes 13:31-35. Judas heeft net de zaal verlaten om de Heere Jezus te verraden; de Meester is met elf discipelen overgebleven. En dan lezen we dit:

“Toen hij dan naar buiten gegaan was, zei Jezus: Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt, en God is in Hem verheerlijkt. Als God in Hem verheerlijkt is, zal God Hem ook in Zichzelf verheerlijken, en Hij zal Hem meteen verheerlijken. Lieve kinderen, nog een korte tijd ben Ik bij u. U zult Mij zoeken, en zoals Ik gezegd heb tegen de Joden, zo zeg Ik het ook tegen u: Waar Ik heen ga, kunt u niet komen. Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.”

Opwaarts spreken wanneer het bergafwaarts gaat
Christus weet dat Hij straks gescheiden zal worden van Zijn leerlingen. Hij weet dat Hij zal sterven. De neerwaartse spiraal is met het vertrek van Judas in een stroomversnelling gekomen. En dan horen we Hem iets opmerkelijks zeggen:

“Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt, en God is in Hem verheerlijkt. Als God in Hem verheerlijkt is, zal God Hem ook in Zichzelf verheerlijken, en Hij zal Hem meteen verheerlijken.”

In de wetenschap dat Judas vertrokken is om Hem te verraden, beseft Christus dat de verheerlijking van God én van Hemzelf aanstaande is. Hoe? Doordat Hij Zijn leven gaat geven voor de Bruid, Zijn Gemeente, die Hij zo liefheeft. Al vóór de grondlegging van de wereld was bij God bekend dat Christus Zichzelf zou geven om verzoening te brengen voor de zonden van Zijn volk. Voordat er ook maar iets geschapen was, zag Christus de Bruid voor Zich, die Hij met Zijn bloed zou vrijkopen en verlossen.
Op deze wijze wordt God verheerlijkt – omdat Christus het verlossingsplan op volmaakte wijze uitvoert – en wordt Christus verheerlijkt: het is Zijn loon voor Zijn volmaakte werk. Het is boeiend om te zien dat de Heere Jezus hier spreekt over een gebeurtenis die nog moet plaatsvinden, alsof het al gebeurd is. Hij spreekt hier in de voltooid verleden tijd: “Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt…” We zien dat Jezus hier opwaarts spreekt (namelijk over verheerlijking), terwijl de ontwikkelingen op dat moment bergafwaarts gaan (verraad, verloochening, lijden en sterven – en ja, uiteindelijk ook de opstanding). Je kunt nooit opwaarts denken en spreken wanneer de zichtbare realiteit het enige is waar jij je aandacht op vestigt. Je zult een perspectief moeten hebben dat verder reikt. En dit perspectief heeft Christus. Zijn perspectief is er één die de eeuwigheid kan overzien. Nog voor er ook maar iets was, zag Hij de vernieuwing van alle dingen.

Een woord over liefde
Sommige mensen stellen dat liefde een keuze is. Je doet iets, omdat je weet dat dit het goede is, ook al gaat je gevoel er niet in mee. Mensen zeggen dan ook wel: je kunt ervoor kiezen om dit te doen, dan is het liefde. Maar bedenk dan dat deze definitie ernstig afbreuk doet aan de liefde die Christus voor Zijn Gemeente koestert. Ik zou het haast een belediging noemen te stellen dat de liefde van Christus voor Zijn Gemeente niets meer dan “een keuze” is. We lezen in Hebreeën 12:2 dat er wel degelijk een goddelijk verlangen achter het verlossingswerk van Christus zit: Hij zag vreugde voor Zich. Geen keuze, maar vreugde! Hij zag de Gemeente, Zijn Kerk, volmaakt door Zijn bloed. Hij zag haar stralen, bekleed met goede werken en witte gewaden van gerechtigheid. Dáár verlangde Hij naar, daarom ging Hij uit liefde de weg van lijden, sterven en werd gerechtvaardigd door God in de opstanding. Er speelt hier veel meer dan alleen maar een keuze. Dit is een intens verlangen, diep gekoesterde liefde.

Een nieuw gebod
Het is belangrijk om dit te zien, omdat in Johannes 13:34-35 wordt gesproken over een nieuw gebod. Het klinkt heel simpel: heb liefde onder elkaar. Maar als ik naar mijn eigen leven kijk, wordt één ding duidelijk: ik ga het niet redden met het maken van een stel keuzes. Ik kom teveel christenen tegen die in karakter het tegenovergestelde zijn; ik kom christenen tegen die gepassioneerd zijn over Bijbelse waarheden waar ik mij minder mee bezighoud; ik kom in aanraking met christenen die extraverter en spontaner zijn dan ik. Soms kan ik het verdragen, soms ook niet. Een keuze maken helpt mij in dit opzicht niet.
En toen ik hierover nadacht, ging ik begrijpen waarom dit nieuwe gebod juist in dit gedeelte wordt gegeven. Het kan zo zijn dat je op een bepaald moment geen liefde voelt, terwijl dat wel van je gevraagd wordt. Dan kun je inderdaad heel rationeel een keuze maken om iets toch maar te doen. Maar Christus wijst mij hier een andere weg. Het is niet zozeer tegen je gevoel ingaan (hoewel het wel moet), maar het gevoelsleven corrigeren. Je gevoelens moeten weer in goede banen worden geleid. En hoe doe je dat? Lees goed wat Jezus hier zegt:

“Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben.” (vers 34)

“Zoals Ik u liefgehad heb…” Wat houdt dit in? Je hebt een korte, kale, dogmatische samenvatting en je hebt een glorieus ontrafelen van wat Christus hier zegt. De kale samenvatting luidt: “Je moet je leven voor anderen afleggen.” Zo zou je het kunnen zeggen. Maar dit is niet meteen helpend voor het corrigeren van je gevoelsleven. Dat doet de glorieuze ontrafeling.
De glorieuze ontrafeling gaat als volgt te werk: de liefde van Christus wordt als uitgangspunt genomen. Wat zien we dan? We zien de Verlosser, verlangend naar Zijn Kerk, Die Zijn leven in liefde geeft voor de verlossing van Zijn volk. Vóór de grondlegging van de wereld zag Hij al de schoonheid van Zijn bruid. Deze blijdschap (Hebreeën 12:2) bewoog Hem met intense liefde om het verlossingswerk te volbrengen, óók al wist Hij dat dit lijden en dood met zich mee zou brengen.

Neem nou dit perspectief eens over en kijk naar de christenen om je heen. Christus zag jouw broeders en zusters in stralend wit schitteren. Hij gaf Zijn leven voor hen. Zo toonde Hij Zijn liefde. Als ik mij nu realiseer dat Hij in liefde Zijn leven gegeven heeft, omdat Hij hen zag stralen, kan ik dan nog als een ijskoud konijn blijven zitten? Dit doet toch iets met je? “Zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben.”

Water drinken versus op stenen bijten
Zulke overdenkingen zijn noodzakelijk. Het gevaar is dat we met losse teksten aan de haal gaan, terwijl we de teksten – net als de liefde van Christus overigens – moeten uitpakken en ontdekken. Je kunt mensen naar de Bron van levend water brengen (Johannes 7:37-38), maar er zit een levensgroot verschil tussen drinken uit de Bron en het gaan bijten op de stenen. Die stenen vormen wel de put, maar je krijgt er geen voeding uit. Je zult de voeding uit die put moeten halen. Wanneer je iemand met een enkele Bijbeltekst probeert te bewegen gehoorzaam te zijn, zonder dat je de tekst uitgepakt hebt, ben je in feite bezig om iemand aan te moedigen zijn tanden stuk te laten bijten op zo’n steen. Dat werkt niet. Maar wanneer je de tekst, en alle implicaties die daaruit voortvloeien, als het ware drinkt, gaat het vanbinnen leven. Je gaat zien en ervaren wat Christus voor jou gedaan heeft, voor de heerlijkheid van God en je gaat zien wat Hij van jou vraagt, voor de heerlijkheid van God.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief