SalvationInGod

dinsdag 14 februari 2017

De Christus, de verkondiging en de vraag naar goede grond

Outline Woordverkondiging Lucas 4:16-31

“En Hij kwam in Nazareth, waar Hij opgevoed was, en ging naar Zijn gewoonte op de dag van de sabbat naar de synagoge, en Hij stond op om te lezen. En aan Hem werd het boek van de profeet Jesaja gegeven, en toen Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats waar geschreven stond:
De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid, om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken.
En toen Hij het boek dichtgedaan en aan de dienaar teruggegeven had, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gevestigd. Hij begon tegen hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren in vervulling gegaan.
En zij betuigden Hem allen hun instemming en verwonderden zich over de woorden van genade die uit Zijn mond kwamen, en zij zeiden: Is Dit niet de Zoon van Jozef?
Maar Hij zei tegen hen: U zult Mij ongetwijfeld dit spreekwoord voorhouden: Dokter, genees uzelf; alles waarvan wij gehoord hebben dat het in Kapernaum gebeurd is, doe dat ook hier in Uw vaderstad.
Hij zei: Voorwaar, Ik zeg u dat geen profeet welgevallig is in zijn vaderstad. Maar Ik zeg u naar waarheid: Er waren veel weduwen in Israël in de dagen van Elia, toen de hemel drie jaar en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood kwam over heel het land, en naar geen van hen werd Elia gezonden, maar wel naar Zarfath bij Sidon, naar een vrouw, een weduwe. Ook waren er veel melaatsen in Israël in de tijd van de profeet Elisa, en geen van hen werd gereinigd, maar wel Naaman, de Syriër.
En allen in de synagoge werden met woede vervuld toen zij dit hoorden, en zij stonden op, dreven Hem de stad uit en brachten Hem op de top van de berg waarop hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte af te werpen. Maar Hij liep midden tussen hen door en ging weg.”

Inleiding: Een aantal jaren geleden mocht ik preken in een kerk. Ter voorbereiding had ik contactmomenten met de dominee, zodat ik mijn preekschets aan hem kon voorleggen. Gaandeweg het proces werd echter duidelijk dat bepaalde elementen niet genoemd mochten worden; het lag té gevoelig en een dergelijke preek zou specifieke personen tot aanstoot kunnen zijn.
Het geeft de gevoeligheid van prediking aan, en tegelijkertijd de menselijke neiging om de waarheid te verzwijgen ten gunste van aanzien.

Deze elementen komen ook terug in de geschiedenis die we met elkaar gelezen hebben. Hier hebben we echter niet zomaar met een prediker te maken, maar met de Heere Jezus Zelf! Dit gedeelte heeft volgens mij ontzettend veel te zeggen voor de kerk van Nederland én de kerk in het Westen van deze tijd.

Contextbepaling: Voordat ik met jullie in deze geschiedenis ga duiken, is het goed om te weten op welk moment dit voorval plaatsvindt. Lucas heeft zijn Evangelie goed en doordacht opgezet. Al vanaf het begin van Jezus’ leven vallen direct twee zaken op: de aanwezigheid van de Heilige Geest en de toewijding in het leven van Christus. We lezen hiervan:

- in het verslag van de twaalfjarige Jezus in de tempel
- in het verslag van Jezus’ doop
- in het verslag van Jezus’ verzoeking in de woestijn

Het is uitdrukkelijk Lucas’ doel, zo lezen we in 1:1, dat Theofilus (wie de beste man ook mag zijn, de Heere weet het) de betrouwbaarheid van het Evangelie onder ogen krijgt. De betrouwbaarheid van deze boodschap is gelegen in het gezag van de Persoon van Jezus Christus! Ik wil met jullie kijken naar het gezag van Jezus Christus in de prediking. En dat wil ik doen aan de hand van de volgende drie punten:

1. Zijn gezag bevestigd (vers 16-21)
2. Zijn gezag betwist (vers 22-27)
3. Zijn gezag verworpen (vers 28-30)

1. Het gezag van Jezus Christus bevestigd
- Om te beginnen zien we de Heere Jezus Die aanwezig is in de synagoge van Nazareth. Hij is begonnen met Zijn bediening in Galilea. Hij staat op om een gedeelte uit Gods Wood (Zijn eigen Woord!) te lezen. Lucas suggereert dat Christus bewust zoekt naar Jesaja 61:1-2.
- Merk de rol van de Heilige Geest op: “De Geest van de HEERE is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft.” Dit is een duidelijke identificatie met de Gezalfde van de HEERE, Die in het Oude Testament is beloofd. Lees bijvoorbeeld Psalm 2 maar eens in zijn geheel door.
- Wat Hij in feite doet, is een getuigenis over Zichzelf geven.
- Jezus claimt hier de Gezalfde van God te zijn. Niet alleen maakt Hij duidelijk dat God Hem gezalfd heeft, maar ook het doel van Zijn komst wordt zichtbaar:

“De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid, om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken.
En toen Hij het boek dichtgedaan en aan de dienaar teruggegeven had, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gevestigd. Hij begon tegen hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren in vervulling gegaan.”

- Toepassing: Mag ik eens persoonlijk de vraag stellen: wat heb jij op dit moment het meest nodig van Deze Gezalfde? Hij biedt vrijheid, zicht, en herstel! In welke gebieden van jouw leven is het nodig dat Hij Zijn zalvende werk doet?
• Heb je het Evangelie nodig?
• Is jouw hart gebroken en heb je genezing nodig?
• Zit je gevangen in een zonde of omstandigheid en heb je vrijlating nodig?
• Heb je geen uitzicht, ben je verblind door de zonde en heb je helder zicht nodig?
• Ben je verslagen door de zonde in je leven en verlang je naar vrijheid?
- Het bijzondere is dat Jezus stopt met het citeren van de tekst waar de verlossing overgaat in het oordeel. Het “aangename jaar van de HEERE” heeft ten volle betrekking op verlossing! Met andere woorden: de roeping van Jezus Christus komt volledig overeen met bijvoorbeeld Leviticus 25. Het is een gelegenheid voor feest! Je zou kunnen zeggen: een nieuw begin! Het is ook bijzonder dat Christus dit nieuwe begin aankondigt aan het begin van Zijn bediening in Galilea. Hier is inderdaad sprake van iets nieuws!
- En dat nieuwe begin is de Heere Jezus komen brengen; Hij heeft Zijn boodschap verkondigd en Zijn bloed gegeven!
- Je hebt het Hem nu horen zeggen: “Heden is deze Schrift in uw oren in vervulling gegaan.” Dat is niet alleen toen geweest, maar ook nu! Ga met je last en nood naar de Heere Jezus toe!

2. Het gezag van Jezus Christus betwist
- Het getuigenis van Christus roept vragen op, al krijgt Hij in eerste instantie positieve reacties:

“En zij betuigden Hem allen hun instemming en verwonderden zich over de woorden van genade die uit Zijn mond kwamen, en zij zeiden: Is Dit niet de Zoon van Jozef?”

- “Dit is toch de Zoon van Jozef?!” Men weet niet anders dan dat de Heere Jezus is opgegroeid in het huis van Jozef en Maria. Men begint hier eigenlijk al bedenkingen te uiten. Toch is dit een reactie die we vaker tegenkomen in de Evangeliën. Wanneer de Heere Jezus van Zichzelf heeft getuigd, zijn de Joodse toehoorders er als de kippen bij om Hem te bevragen. En steeds draait het om die ene vraag: “Wie bent U toch?”
- Het ironische wil nu dat Jezus net heeft verklaard Wie Hij is: de Gezalfde van God! En toch geloven ze Hem niet! We lezen wel van een enigszins positieve reactie, maar zien geen overtuigende blijk van aanbidding en ontzag voor de Messias.
- Christus reageert hierop:

“Maar Hij zei tegen hen: U zult Mij ongetwijfeld dit spreekwoord voorhouden: Dokter, genees uzelf; alles waarvan wij gehoord hebben dat het in Kapernaum gebeurd is, doe dat ook hier in Uw vaderstad.
Hij zei: Voorwaar, Ik zeg u dat geen profeet welgevallig is in zijn vaderstad. Maar Ik zeg u naar waarheid: Er waren veel weduwen in Israël in de dagen van Elia, toen de hemel drie jaar en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood kwam over heel het land, en naar geen van hen werd Elia gezonden, maar wel naar Zarfath bij Sidon, naar een vrouw, een weduwe. Ook waren er veel melaatsen in Israël in de tijd van de profeet Elisa, en geen van hen werd gereinigd, maar wel Naaman, de Syriër.”

- Christus reageert op het ongeloof van de aanwezigen in de synagoge.
- Hoe? Door twee geschiedenissen uit het Oude Testament aan te halen, te weten 1 Koningen 17 en 2 Koningen 5.
- Hij legt het hier als verwijt op tafel, een beschamend feit. De God van Israël, Die in de dagen van Elia en Elisa nauwelijks gehoor vond onder het Joodse volk, zegent mensen buiten dat volk, ja zelfs heidenen!
- Hij past de geschiedenis van Elia en Elisa toe op deze groep mensen – noem ze voor het gemak maar “verbondsmensen” – en geeft dan deze les door: het zijn niet zomaar wat verbondsmensen die Gods verlossing zullen zien, maar degenen die hopend op Gods verlossing met Hem leven!
- Toepassing: Mag ik jou nu eens een gevoelige vraag stellen? Draait jouw geloof om jouw persoon eerst? Of jouw kerk eerst? Of zie jij Gods werk breder? Leef jij met God, of staat jouw geloofsleven op de automatische piloot? Pas op, want dit neigt naar “Verbondsarrogantie”! Heb jij zelf werkelijk het Goede Nieuws, de verlossingsboodschap van Jezus Christus ontvangen? Daar komt het wel op aan! Want we zullen iets met Zijn boodschap aan moeten! Ontvangen we deze, óf verwerpen we het?

3. Het gezag van Jezus Christus verworpen
- In de synagoge gebeurt het laatste. Men verwerpt Christus. De stemming slaat volledig om! De aanwezigen zijn als door een wesp gestoken – gestoken in het geweten dat hun ongeloof blootlegt. Hoe durft Jezus deze voorbeelden toe te passen op degenen in Nazareth? Plotseling is er van de blijdschap om genade, waarover Lucas schrijft in vers 22, niets meer over. Het antwoord laat zich raden: de aanwezigen zijn op hun ziel getrapt! En de reactie is dan ook niet mals. We lezen:

“En allen in de synagoge werden met woede vervuld toen zij dit hoorden, en zij stonden op, dreven Hem de stad uit en brachten Hem op de top van de berg waarop hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte af te werpen. Maar Hij liep midden tussen hen door en ging weg.”

- Toepassing: Geldt dit ook niet voor bepaalde kerkgangers vandaag? Vertel over het verlossingswerk van Jezus Christus en iedereen prijst Gods genade; wijs de zonde aan en mensen zijn in staat om je uit de kerk te gooien. Zo’n selectieve luisterhouding tolereert God niet! Zie je dat omslagpunt in deze tekst? Eerst lovende woorden, en dan genadeloos in staat zijn iemand te willen doden? In het Grieks kun je het woord voor “woede” zo voorstellen, dat men briest, razend is geworden.
- En nog een stap verder: Herken jij dit soort omslagpunten ook in jouw leven? Begin jij je te ergeren wanneer Christus in jouw leven zaken aanwijst die niet goed zitten? Wil je alleen Zijn lieve, troostvolle, hoopgevende woorden ontvangen? Ben jij geestelijk gezien in staat om Christus te vermoorden vanwege de zonde in jouw leven? Wat mag Hij jou zeggen? En hoeveel mag Hij te zeggen hebben? Een beetje? Alleen maar “feel-good-stuff”? Neem je uitgebreid de tijd om naar Hem te luisteren?
- Wanneer iemand van jullie moet bekennen: “Ja, ik merk weerstand, opstand, vijandigheid naar Christus toe op het moment dat Hij mij aan mijn zonden ontdekt, dan wil ik je hier ernstig waarschuwen: jij beweegt je op uiterst, uiterst glad ijs. De Bijbel waarschuwt ons dat mensen, die géén vrede met Jezus Christus sluiten en opstandig blijven ten opzichte van Hem en Zijn boodschap, niet gered zullen worden. Hoe vaak en hoe enthousiast je ook over Gods genade in Christus hebt gesproken, hoe vaak je God ook hebt geprezen in gebeden en met liederen, het zal allemaal nutteloos en nep blijken te zijn, wanneer je uiteindelijk met gebalde vuisten naar Christus toe staat. Waag het niet om in een dergelijke houding te volharden!
- Pas op – pas op! Christus is almachtig; wij zijn geen partij voor Hem. Zoals Hij de duivel in de woestijn trotseerde, zo trotseert Hij ook mensen die zich fel – ja, zelfs moorddadig – tegen Hem verzetten.
- Maar besef ook: Hij biedt verlossing aan!
- Ik sluit af met een citaat van Tim Stafford, die in zijn boek Diep onder de indruk van Jezus het volgende schrijft:

“De manier waarop Hij tot de massa predikte leek er meer op gericht om iedereen te ontmoedigen behalve de zeer vasthoudenden, de mensen die zelf in hun nazorg zouden voorzien door zorgvuldig te luisteren en vragen te stellen. Slechts degenen die Hem met volharding volgden en ernaar jaagden de rechte kennis te bemachtigen, werden ingewijden in de geheimen van het koninkrijk.”

“Het is een duidelijke zaak dat Jezus er niet op uit was een leger volgelingen op de been te brengen. Hij stelde Zijn vertrouwen niet op populariteit en Hij moedigde die ook niet aan. Maar evenmin was Hij een eenzaam profeet, roepend in de woestijn. Zijn prediking was meer gericht op het vinden van goede grond: volgelingen die diep tot zich zouden laten doordringen op wat voor wijze God wil regeren op aarde, en die zich voor honderd procent beschikbaar zouden stellen om daaraan mee te werken.”

Is jouw hart, jouw leven, goede grond voor het Woord van de Messias?

Amen.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief