SalvationInGod

zondag 12 november 2017

De Geest van Christus (5)

De boodschap van Romeinen 8

We zijn aangekomen bij het slotgedeelte van Romeinen 8. We hebben al heel veel rijke inhoud voorbij zien komen. Het is inhoud die we op ons in moeten laten werken en die is bedoeld om ons een rotsvast vertrouwen te geven in de verlossing die God door Jezus Christus heeft gebracht.
De vorige keer hebben we gezien hoe onbreekbaar en sterk de keten van verlossing is. Zelfs het lijden kan deze verlossingsketen niet verbreken. Gods macht, Gods werk is sterker! En ook in dit laatste gedeelte, de verzen 31-39, tonen ons de schatkamer van Gods onwankelbare liefde voor Zijn volk. En de manier waarop Paulus dit alles beschrijft, is eens te meer fenomenaal.

Vier tegenwerpingen
In vers 31 lezen we dat Paulus zijn betoog vervolgt met een vraag:

“Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen?”

Terugkijkend naar vers 26-30 vraagt hij zich af, wat hier nu nog meer over gezegd moet worden. Alles is eigenlijk al zo’n beetje gezegd! Dat zou je denken, maar toch eindigt de heerlijke boodschap van verlossing hier niet. Het wordt alleen maar rijker, mooier en dieper.

Wat moeten wij nu van dit alles zeggen? “Deze dingen” in vers 31 slaan terug op zowel de onbreekbare verlossingsketen als het lijden. Dit zullen we in het vervolg ook zien. Het grotere verband is hier de verlossingsketen. In vers 26-30 heeft hij duidelijk gemaakt dat Gods verlossingsplan in het leven van Zijn kinderen zal slagen. Hij faalt niet. Zij zullen gelijkvormig worden gemaakt aan het beeld van Zijn Zoon, Jezus – dwars door al het lijden heen, dat zij in deze wereld ondervinden.
En ja, wat moet je hier dan nog méér over zeggen? Het enige wat Paulus nu nog kan doen, is allerlei tegenwerpingen benoemen en daar antwoord op geven. En dat is exact wat hij in de laatste verzen van het hoofdstuk doet. Hij stelt vier zogeheten retorische vragen. Het zijn vragen die zelf het antwoord al geven. De vraag stellen is hem beantwoorden, zou je kunnen zeggen. We zullen deze vier vragen één voor één bestuderen. En we zullen zien hoe deze vier verschillende vragen ten diepste één belangrijke vraag is. Bovendien worden we gewezen op de grondige en diepzinnige antwoorden die God ons vanuit het Evangelie biedt.

1. Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? (vers 31-32)
In vers 31b stelt Paulus de eerste retorische vraag:

“Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?”

Het is belangrijk om te begrijpen hoe Paulus het woord “tegen” hier gebruikt. Christenen hebben in deze wereld altijd machten en krachten om zich heen die “tegen” hen zijn. Het is daarom niet zo, dat Paulus hier bedoelt dat wanneer wij God als Vader en “Vriend” kennen, wij geen enkele vijand meer zullen hebben. In die zin bedoelt hij dat hier niet. Heel veel mensen zijn tegen ons! Wat hij hier bedoelt te zeggen, is dit: Als God vóór ons is, wie kan dan dermate tegenstand bieden, dat wij uit Gods verlossingsketen getrokken kunnen worden? Paulus heeft hier – zoals ik net al schreef – Gods verlossingsketen in gedachten, van begin tot eind. God heeft Zijn kinderen uitverkoren, geroepen, gerechtvaardigd en verheerlijkt. Zijn vraag is nu: Als God op die wijze voor ons is, dat Hij onze verlossing zó verzegeld heeft, wie is dan in staat deze verzegeling te breken? Wie of wat is in staat ervoor te zorgen dat Gods kinderen uiteindelijk tóch verloren kunnen gaan? Beslist geen onbelangrijke vraag, omdat het antwoord bepaalt hoe rotsvast die verlossing nu werkelijk is. En hoewel Paulus in het vorige gedeelte helder heeft beschreven dat de verlossing werkelijk een rotsvast fundament kent, wil hij nog duidelijker dan duidelijk laten zien hoe rotsvast dit alles is.
De manier waarop hij dit doet is echter verbluffend. Hij beantwoordt deze vraag niet met een simpel “Niemand!” maar geeft een pakkende argumentatie:

“Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?”

De manier waarop Paulus de retorische vraag in vers 31 stelt, zou ons nog op het spoor kunnen zetten van personen. Welke persoon kan onze verlossing dwarsbomen? Maar in het antwoord dat hij in vers 32 geeft – en dat óók weer in vragende vorm! – blijkt dat we toch iets breder moeten kijken dan andere personen. En dat “iets breder” is nog een understatement; hij zegt dat God ons alle dingen zal schenken! Daarbij denk ik ook – zoals net aangeven – aan lijden. God zal alles schenken wat ervoor nodig is om ons veilig in Zijn heerlijkheid te krijgen. Deze waarheid gaat ontzettend diep. En als je het werkelijk aan den lijve ondervindt, gaat het hartverscheurend diep. God Die in Zijn wijsheid en voorzienigheid voor ons onverklaarbare dingen doet, maar die uiteindelijk essentieel zijn voor de verlossing. Wij zijn deze gedachte grotendeels kwijtgeraakt, omdat wij in een maatschappij leven die geen nut in lijden ziet.
Paulus’ argument gaat als volgt: Als God Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar Hem voor ons heeft overgegeven, zal Hij dan niet – naast de meest Kostbare Die Hij had – al het andere ook schenken om ervoor te zorgen dat Zijn volk werkelijk verheerlijkt zal worden? Christus stierf om ons te rechtvaardigen, om ons vrij te maken, om ons leven te schenken – zal al het andere – inclusief het lijden – dan niet gegeven worden om ons veilig in het Nieuwe Jeruzalem te brengen? En het antwoord dat in deze vraag opgesloten ligt, is: Natuurlijk zal God alles geven om onze verlossing te vervolmaken! Christen, jij kunt momenteel niet zien waar het lijden goed voor is, maar dit gedeelte leert ons dat het voor jouw uiteindelijke verlossing goed en nuttig is. Lees deze woorden met een heilig vrezen en beven. Het lijden van een christen is niet tevergeefs.

2. Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God? (vers 33)
In vers 33 lezen we de tweede retorische vraag van Paulus in dit gedeelte:

“Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God?”

Opnieuw is het hier van belang te weten wat wordt bedoeld met “beschuldigingen inbrengen”. Wereldwijd worden christenen aangeklaagd en beschuldigd van allerlei soorten overtredingen. Maar dat bedoelt Paulus hier niet. Hij bedoelt hier: Wie is in staat om zo’n beschuldiging tegen Gods kinderen in te brengen, dat God hen op grond daarvan tóch verloren moet laten gaan? De retorische vragen cirkelen steeds om de zekerheid en het fundament van de verlossing in Christus. Kunnen andere mensen christenen beschuldigen? Ja. Kunnen zij hen ook terecht beschuldigen? De Bijbel leert ons dat dit in principe niet het geval mag zijn. De apostel Petrus zegt het zo:

“Want het is beter te lijden – als God dat wil – terwijl u goeddoet dan terwijl u kwaad doet.”
(1 Petrus 3:17)

En een hoofdstuk later schrijft hij:

“Maar laat niemand van u lijden als een moordenaar of dief, of kwaaddoener, of als iemand die zich met de zaken van iemand anders bemoeit.”
(1 Petrus 4:15)

Wat dit betreft moeten christenen van onbesproken gedrag zijn. Er kan van alles worden gezegd van ons leven vóór onze bekering, maar als wij nog steeds schandelijke zaken praktiseren, deugt het niet. De wereld kan ons beschuldigen wat ze wil – en dat houden we niet tegen – maar zorg er in ieder geval voor dat het niet met bewijs ondersteund kan worden.
Wat is Paulus’ antwoord op de beschuldigingen die tegen Gods kinderen ingebracht worden? Kort en krachtig lezen we in vers 33b:

“God is het Die rechtvaardigt.”

Het is de tweede keer dat Paulus de tegenstand vanuit welke hoek dan ook weerlegt met het Evangelie. Zagen we bij de eerste retorische vraag hoe Christus als Antwoord voorgesteld werd, hier is het God Zelf. God rechtvaardigt Zijn kinderen; Hij spreekt hen allen vrij omwille van het verlossingswerk van Christus. Zoals Paulus in Romeinen 8:1 ook al schreef, zal niemand die in Christus is, veroordeeld worden. Gods oordeel over zijn zonde is aan het kruis van Christus gedragen en op grond hiervan kan God hem vrijspreken. Wie ons ook aanklaagt, God spreekt vrij!

3. Wie is het die verdoemt? (vers 34)
De volgende tegenwerping lezen we in vers 34a:

“Wie is het die verdoemt?”

Van alle retorische vragen is dit misschien wel de meest directe; dit is de vraag die de andere drie in zich hebben. Wie kan ons verloren doen gaan? Zo direct stelt Paulus deze vraag. En kijk eens hoe hij 34 vervolgt:

“Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook aan de rechterhand van God is, Die ook voor ons pleit.”

Wat een Evangelie! Opnieuw wordt Jezus Christus naar voren gebracht als Gods Antwoord. Niemand is in staat ons te verdoemen, ons verloren te doen gaan, omdat Jezus Christus stierf en weer leeft!
Lees niet te snel over dit vers heen. Wellicht denk je: “Ik weet dit toch allang.” Sta dan eens stil bij de inhoud van dit vers. Paulus beschrijft maar liefst vier verlossingshandelingen van Christus:

• Christus stierf (verleden tijd met eeuwigdurend effect)
• Christus is opgewekt (verleden tijd met eeuwigdurend effect)
• Christus is aan de rechterhand van God (tegenwoordige tijd)
• Christus pleit voor ons (tegenwoordige tijd)

Christus staat op vier manieren garant voor onze verlossing: Hij stierf, Hij stond op uit de dood, Hij is gezeten aan de rechterhand van God en Hij pleit voor ons. Hij behartigt onze zaken en belangen bij God. En dat alles om ons uiteindelijk te verheerlijken.
Wij zijn geneigd om het kruis negentig procent van onze aandacht te geven, maar de rest is minstens zo belangrijk. Neem Christus’ pleitende werk weg en ik ben verloren. Neem Zijn Koninklijke gezag aan Gods rechterhand weg en ik ben verloren. Bewijs dat Hij niet is opgestaan uit de dood en ik ben verloren. Alle vier zijn essentieel voor mijn verlossing. Een Christus die niet opgewekt is, kan mij niet redden. Een Christus die niet alle macht heeft, kan mij niet redden. Een Christus die stopt met het bidden voor Zijn volk, kan mij niet redden. Maar Hij is gestorven, Hij is opgewekt, Hij is gezeten aan Gods rechterhand en Hij is Zijn volk aan het verdedigen!
Daarom kan Paulus terecht zeggen: “Met zo’n Verlosser en Heere kan niemand ons meer verloren laten gaan! Zijn verlossingswerk is genoeg om alle tegenwerpingen het zwijgen op te leggen!

4. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? (vers 35-39)
Dit brengt ons bij de laatste tegenwerping. Je zou verwachten dat het pleit na zo’n heerlijke opsomming beslecht is. Nu zal iedereen er toch wel het zwijgen toe doen? Nee, er komt nog één tegenwerping, nog één retorische vraag. In vers 35 lezen we dit:

“Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard?”

Er is hier iets bijzonders aan de hand. Die ene, laatste tegenwerping is het lijden. Het kan zomaar zijn dat er een oprechte christen zijn hand opsteekt en zegt: “Allemaal leuk en aardig, Paulus, dat niemand ons kan veroordelen en ons verloren kan doen gaan, maar hoe zit dit met het lijden? Heeft dat nog schadelijke invloed?”
En let eens op de manier waarop Paulus zijn vraag formuleert: Wie kan ons scheiden van de liefde van Christus? Dit is de enige vraag waarbij Paulus gevoel of affectie betrekt. Kan het lijden de liefde van Christus voor Zijn volk doen ophouden?
Voor we gaan luisteren naar het antwoord, moeten we opmerken dat Paulus deze vraag in vers 36 direct laat volgen door een citaat van Psalm 44:22:

“(Zoals geschreven staat: Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen.)”

Is het lijden van Gods volk een uiting van Gods toorn? Kunnen we stellen dat alle lijdende christenen zijn gescheiden van Christus, zodat zij niet meer onder Zijn liefdevolle heerschappij staan, maar opnieuw onder Zijn toorn? Psalm 44:22 lijkt te suggereren dat dit wel zo is. God Die in Zijn toorn zijn volk als het ware ter slachting leidt. God Die in Zijn ongenoegen Zijn volk in de steek laat en Zijn zegenende handen ervan af trekt. Is deze gedachte realistisch? Wat moeten gelovigen in verdrukking denken? Zouden zij nooit vertwijfeld raken wanneer zij de dood in de ogen kijken? Heeft God hen verlaten?
Wederom antwoordt Paulus in vers 37 ontkennend:

“Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad.”

In de Engelse vertaling begint dit vers ook werkelijk met het woord “Nee”. Dus eigenlijk mag je lezen: “Nee, maar in dit alles – in dit lijden – zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad.” Al moeten wij vanwege ons geloof in de gevangenis zitten of sterven, wij overwinnen. Hoe? Opnieuw is daar onze Verlosser, Christus de Heere. In Hem Zijn wij meer dan overwinaars! Wat er ook met ons gebeurt – en let wel: er staat hier dat er gruwelijke dingen met ons kan gebeuren! – één ding mag duidelijk zijn: Gods liefde voor ons in Christus zal er in géén geval onder lijden! Om met de woorden van vers 38-39 te spreken:

“Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zou kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere.”

Christus, de Verzegeling van onze verlossing
Heel Romeinen 8 is een schitterend hoofdstuk, maar het slotgedeelte is misschien wel de climax. We worden hier rondgeleid in de heilige schatkamers van Gods verlossingswerk in Jezus Christus. Als je wilt weten hoeveel Christus betekent voor God, lees dan Romeinen 8. Als je wilt weten hoeveel Christus voor jou zou moeten betekenen, lees dan Romeinen 8. Als je wilt weten wat het fundament van de verlossing is, lees dan Romeinen 8. Alle eer voor de verlossing is voor Christus. Ere aan wie eer toekomt, en Paulus laat in Romeinen 8 geen twijfel over de vraag bij Wie deze eer thuishoort. Christus, en Christus alleen is de Verzegeling van onze verlossing. Waar zijn wij gebleven in Romeinen 8? In de handen van Christus. En dat is eigenlijk alles wat wij over onszelf lezen. We zijn dol op verhalen vol geloof, kracht, overwinning en indrukwekkende getuigenissen. Maar hier vallen wij weg, terug naar de achtergrond. Christus komt naar voren en schittert in het centrum van ons verlossingsleven. Ik kan geloven wat ik wil, maar als Christus vandaag zou besluiten Zijn verlossingswerk te staken, ben ik voor eeuwig verloren. Zó kostbaar, zó essentieel is Zijn Persoon en Zijn werk.
Ik ben er zeker van – ook vanuit de ervaring – dat wij onszelf deze vier vragen ook gaan stellen. Vroeg of laat komt het moment, dat je jezelf gaat afvragen of het mogelijk is dat je uit Gods verlossingshand valt. Dat je gescheiden kunt worden van Zijn liefde. Die vragen komen. En dat is niet erg. Dat is niet verkeerd. Wat wél verkeerd is, is om zonder Evangelie-antwoord te zitten. Als blijkt dat je geen effectief weerwoord hebt. En je hebt maar één effectief weerwoord: CHRISTUS!
Welke twijfel er ook in jouw hart opkomt, welke moeite jij ook met je meedraagt, welke aanvechting zich ook aandient, vergeet nooit door het geloof dit weerwoord te belijden. Je zult het nodig hebben.

Christus, Gods bewezen liefde voor Zijn volk
En je hebt het nodig, omdat je een mens bent die nog verheerlijkt moet worden. Jouw aandachtverdeling in deze wereld klopt nog niet. Je bent namelijk snel geneigd om Gods liefde voor jou en Zijn wegen met jou te beoordelen op grond van alles wat er met jou en om jou heen gebeurt. Daarom is het geloofsleven in deze wereld als een golfbeweging. Er zit geen constante in. De ene keer ben je vol energie en vrolijk, een week later vertwijfeld en neerslachtig. En je bent snel geneigd te denken dat God meer van jou houdt wanneer je vrolijk en vol energie bent, dan wanneer je neerslachtig bent. Of je denkt dat God minder van jou houdt, omdat je neerslachtig bent en je denkt dat die neerslachtigheid voortkomt uit het feit dat Hij jou verlaten heeft. Paulus rekent hier af met deze wispelturige visie op Gods liefde. Zijn liefde staat vast, Zijn liefde wankelt niet. Alles om ons heen wankelt, maar dat betekent niet dat God wankelt.
Hij houdt niet van jou om iets in jou of om iets van jou – dat Hij van jou houdt heeft Hij bewezen in dat wat Hij voor jou heeft gedaan: Hij gaf Christus.
Gods liefde voor Zijn volk staat als een huis, en die liefde werd zichtbaar aan Christus’ kruis.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief