SalvationInGod

maandag 1 januari 2018

Verbondstrouw (7)

De boodschap van Maleachi

Het sarcastische Israël heeft het vertrouwen in God verloren, zo zagen we de vorige keer. Men ziet geen enkel nut meer in het dienen van God, want het levert toch niets op – althans, zo lijkt het. God corrigeert deze gedachte door hen op te roepen tot geloofsgehoorzaamheid. Israël mag God op de proef stellen en zien of Hij woord houdt. Als Israël weer trouw de tienden geeft voor de Heere, zal Hij hen zegenen met een overvloedige oogst.
In Maleachi 3:16-18 lezen we dat God verder ingaat het op het verwijt van de Israëlieten. Hij wil de gedachte, dat Hem dienen nutteloos is, niet alleen corrigeren; Hij wil het wegnemen. In dit gedeelte lezen we hoe God dit op drie manieren doet.

1. God slaat acht op de rechtvaardigen (vers 16)
Vers 16 is een overgangsvers. De blik naar het oordeel, verwoord in vers 15, verschuift naar de rechtvaardigen in vers 16:

“Dan spreken zij die de HEERE vrezen, ieder tot zijn naaste: De HEERE slaat er acht op en luistert. Er is een gedenkboek geschreven voor Zijn aangezicht, voor wie de HEERE vrezen en wie Zijn Naam hoogachten.”

Dit vers wordt niet in alle vertalingen op dezelfde manier vertaald. De Herziene Statenvertaling heeft ervoor gekozen het accent te leggen op de goede woorden die de rechtvaardigen spreken – als tegenhanger van de onterechte woorden in vers 13-15. Kortom: de rechtvaardigen verdedigen hier als het ware God, door te zeggen: “De woorden van vers 13-15 zijn inderdaad te hard, God slaat er wél acht op.”
De Nieuwe Bijbelvertaling – en ook de English Standard Version – geven een vertaling die ik persoonlijk diepzinniger vindt. Laat mij uitleggen waarom.
De NBV en de ESV vertalen dit vers zo, dat de rechtvaardigen samenkomen. We lezen niet waarom of met welk doel, maar het heeft er alle schijn van dat zij samenkomen als reactie op de boodschap van Gods profetie bij monde van Maleachi. God ziet dit en hoort dit. Hij slaat er acht op.
Met dat ik dit schrijf, moet ik er wel bij vermelden dat ik ook de vertaling van de NBV niet helemaal gelukkig vind. Het begin van vers 16 (“Zo spraken de mensen die ontzag voor de HEER hadden tegen elkaar…”) doet vermoeden dat de rechtvaardigen hetzelfde zeggen als de rest van het volk in vers 13-15 en uit de context blijkt duidelijk dat dit niet kan. In die zin kan ik de keuze van de HSV begrijpen. En ook de ESV geeft een vertaling weer, die niet botst met de voorgaande verzen.
De diepzinnigheid van de vertaling volgens de ESV zit hem in twee dingen: het ware volk van God onderscheidt zich van het ontrouwe verbondsvolk. Zij komen samen, apart van het doorsnee volk; zij onderscheiden zich in positieve zin. En de reactie van God laat zien dat Hij wel degelijk veel waarde hecht aan rechtvaardigheid; Hem dienen heeft zeker nut!
Wat is het belang van een samenkomst? Waarom zouden rechtvaardigen samenkomen? Waarom hebben wij als kerk een eredienst? Waar is dit allemaal goed voor? Hier wordt het antwoord gegeven: om Gods Woord met elkaar te bespreken en overdenken. De rechtvaardigen in vers 16 nemen de profetie van Maleachi serieus en ze gaan erover in gesprek – dat is in ieder geval mijn indruk. God spreekt werkelijk tot Zijn verbondsvolk, tot Zijn Kerk. En die Kerk moet dat Woord als gezaghebbend ontvangen, aanvaarden én toepassen. De Kerk van Christus moet de Bijbel diepgaand doorleven en bereid zijn dit te gebruiken als spiegel voor reflectie. Gods Woord is een woord van profetie en dat moet in Zijn Gemeente serieus worden genomen. Mensen moeten op waardige wijze reageren op dat profetische Woord. En hier zien de dat gebeuren. Gods Woord klinkt, en de rechtvaardigen komen in beweging. Het is schitterend om dat te zien. Gods Woord zal altijd effect hebben in het leven van de rechtvaardigen. Zij worden erdoor in beweging gezet. Zij worden erdoor veranderd. Omdat zij dit Woord ontvangen zoals het bedoeld is: Gods gezaghebbende, vertroostende, bemoedigende en vermanende boodschap voor Zijn volk. Iemand die het onderwijs van de Bijbel hoort – al is het zondag op zondag – en totaal niet in beweging komt, behoort niet tot Gods volk. Gods Woord zal nooit zonder effect gepredikt worden in Gods Gemeente.
Het tweede element van diepzinnigheid is Gods reactie op de samenkomst van de rechtvaardigen. Hij hoort het. Hij ziet het. Hij volgt het. Hij slaat er acht op. Samenkomsten en erediensten zijn kostbaar en waardvol voor de Heere, omdat dit de plek is waar Zijn boodschap klinkt. En zeker wanneer het rechtvaardige volk gehoor geeft aan die boodschap, geniet God daarvan. Hij koestert die momenten als het ware. En dat is niet alles. Maleachi beschrijft hoe een gedenkboek voor Gods aangezicht wordt beschreven. Het is het gedenkboek van de rechtvaardigen. God koestert de rechtvaardigen zozeer, dat hij al hun werken laat optekenen in dat boek. Niet één werk van gerechtigheid zal ontbreken. God bewaart alle werken van alle heiligen in alle tijden en op alle plaatsen zorgvuldig als kostbare herinnering. En dit is iets wat wij niet kunnen bevatten, want God is eeuwig en Hij zal nooit iets vergeten. Maar het geeft wel aan hoeveel waarde Hij hecht aan de goede werken van Zijn rechtvaardige volk.
Hiermee wordt direct op vertroostende wijze het verwijt van het verbondsvolk Israël van tafel geveegd. God dienen nutteloos? Alle goede werken worden voor Zijn aangezicht gesteld, bijgehouden en genoteerd!

2. God spaart de rechtvaardigen op de Dag van het oordeel (vers 17)
In vers 17 zien we opnieuw een verschuiving van het zicht. Wederom neemt God Zijn volk mee naar de ontzagwekkende Dag van Zijn verschijning:

“En zij zullen voor Mij, zegt de HEERE van de legermachten, op de dag die Ik maken zal, een persoonlijke eigendom zijn. Ik zal hen sparen, zoals een man zijn zoon spaart die hem dient.”

God spreekt hier over Zijn volk als een persoonlijk eigendom. Het volk is van Hem. Het is Zijn bezit. Hij belooft hier verlossing. En dat belooft Hij hier door te stellen dat Hij Zijn volk zal sparen. Het is onvermijdelijk om hier het verband te leggen met Romeinen 8:31-32 en het verlossingswerk van Jezus Christus:

“Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?”

Leg Maleachi 3:17 naast Romeinen 8:31-32 en je begrijpt de essentie van Gods verlossingswerk in Christus. Het gaat om sparen en niet sparen. Nauwkeuriger geformuleerd: het gaat om sparen door niet te sparen. Dit is wat plaatsvervanging betekent. Ik, die op geen enkele manier gespaard kán worden vanwege mijn ongerechtigheid, word door God gespaard. En Hij Die gespaard had moeten worden vanwege Zijn gerechtigheid, wordt niet gespaard. Hij sterft. Hij draagt het oordeel. Dit is gebeurd op Golgotha. Het lege graf is de bezegeling. En nu worden we in dit vers bepaald bij het toekomstige en definitieve karakter van dit verlossingswerk. Christus heeft Zijn leven gegeven als een losprijs voor velen, Zijn bloed heeft gevloeid tot reiniging en vergeving van zonden. En op de Oordeelsdag zal God omwille van Hem – omwille van Zijn niet gespaarde Zoon – Zijn volk sparen en hen toegang verlenen tot Zijn eeuwige Koninkrijk (2 Petrus 1:10-11). We kunnen niet denken aan de toekomst zonder voorbij te gaan aan het verleden. En in dit opzicht kunnen we ook niet voorbijgaan aan de belofte die God heeft gedaan in Maleachi 3:1-4: Hijzelf zou komen. En Hij is gekomen. Om Zijn eigen volk te sparen. Zichzelf niet sparend. Hij heeft alles gegeven in Zijn Zoon. Om Zijn volk te reinigen en heiligen, zodat het zou wandelen in gerechtigheid.

3. God zal scheiding maken tussen de rechtvaardigen en goddelozen (vers 18)
De ontzagwekkende Dag van Gods oordeel kent naast de verlossing van Zijn volk ook een keerzijde: de ondergang van de onrechtvaardigen. Als Christus terugkomt, zal Hij een eeuwige scheiding aanbrengen tussen de rechtvaardige en onrechtvaardige:

“Dan zult u opnieuw het onderscheid zien tussen een rechtvaardig en een goddeloze, tussen wie God dient en wie Hem niet dient.”

Deze profetie kent twee lagen. De ene laag vindt zijn vervulling bij de wederkomst van Christus. De andere laag is al zichtbaar tijdens ons leven. Dit leid ik af uit het woord “opnieuw”. Er is maar één Oordeelsdag en toch stelt God hier dat er in de geschiedenis meerdere momenten zijn geweest waarop het onderscheid tussen de rechtvaardige en onrechtvaardige zichtbaar werd. Hoe kan dit? Ik geloof dat we dit kunnen interpreteren vanuit het zogenaamde “inwendige” of “interne bewijs” dat we in het boek Maleachi zelf kunnen vinden. Hoe wordt de rechtvaardige zichtbaar? Door te letten op zijn woorden en daden. En dit wordt helemaal duidelijk in tijden van geestelijk verval en gebrek in materieel opzicht. Te weinig eten, te weinig drinken, geen werk en een mislukte oogst zijn allemaal redenen om te klagen. En dan is het de vraag: wie is het slachtoffer van al dit geklaag? Het boek Maleachi geeft een onthutsend antwoord: Israël geeft God de schuld. God heeft het gedaan. Want waar is Zijn liefde? Wat voor nut heeft het om Hem te dienen? Waarom zouden we nog een tiende van ons inkomen apart zetten voor Hem? We zien dat dergelijke vragen voor een scheiding gaan zorgen in het volk. Het ene deel raakt verbitterd en klaagt God aan. Het andere deel komt trouw samen en overdenkt Gods Woord. Dat is het verschil. Hierin wordt het onderscheid tussen de rechtvaardige en goddeloze duidelijk.
Laten we dit ook heel concreet en persoonlijk maken. Hoewel het waar is dat God op de Oordeelsdag voor het oog van de hele wereld zal bewijzen wie rechtvaardig is en wie niet, lezen we ook dat we hier op dit moment een goede inschatting van kunnen maken. Hoe? Door te kijken hoe iemand reageert op Gods voorzienigheid in zijn of haar leven, en juist op die momenten dat het tegen onze wil en wensen ingaat. Wie blijft trouw in het dienen van God? Dat is de rechtvaardige. Wie begint met het aanklagen van God, zonder tekenen van berouw en bekering te tonen? Dat is de onrechtvaardige. Elk mens bevindt zich op de weg van verharding of versterking. Verbittering ten opzichte van God leidt tot verharding van het hart en resulteert in dezelfde zonden die God door Maleachi aan de kaak stelt. Deze mensen zullen uiteindelijk Gods oordeel onder ogen moeten zien. Wie durft nú nog te beweren dat God de rechtvaardige vergeet en de goddeloze onbelemmerd in voorspoed laat leven?
Trouw blijven aan God resulteert in versterking van het geloof en resulteert in volharding en uiteindelijk de in dit gedeelte voorzegde verlossing.
Samengevat kunnen we stellen dat God op de Dag dat Christus wederkomt zal openbaren wie wel en niet verlost is, maar dat wij als mensen nu al aan elkaar kunnen zien en merken dat God ons verlost heeft. Onze reactie op Gods voorzienigheid is een belangrijk meetinstrument. Vanuit de historische context is het niet onbelangrijk de houding van belijdende christenen ten opzichte van Gods voorzienigheid in de gaten te houden. Dit is de ene kant.
De andere kant is de belofte. God dienen is zinvol. Het loont. Misschien niet altijd op de momenten dat wij het zouden willen – vaak niet! – maar uiteindelijk zeker wel. Gods beloning komt. Als Christus komt, wordt alles rechtgezet. De goddeloze zal beschaamd staan. De rechtvaardige zal beloond worden. We lezen een drievoudige bevestiging van het nut om God te dienen: God gedenkt de rechtvaardige, God spaart de rechtvaardige en God onderscheidt de rechtvaardige. En dat in dubbele zin: Hij scheidt de rechtvaardige van de goddeloze en Hij beloont de rechtvaardige met eer en heerlijkheid!

De essentie van Gods profetische boodschap
Wat is profetie? Tijdens het bestuderen van Maleachi ben ik getroffen door de blijvende actualiteit van profetische literatuur in de Bijbel. Ik zou profetie als volgt definiëren: profetie is Gods actuele boodschap, gevormd door waarschuwingen en beloften, om Zijn belijdende volk tot de orde te roepen en wakker te schudden.
Let eens aandachtig op alles wat we tot nu toe hebben gelezen in Maleachi. Hoeveel procent van het boek gaat nu werkelijk over de toekomst? In verhouding niet veel. Er gaat veel meer aandacht uit naar de misstanden bij Gods eigen volk. Het profetische Woord is niet profetisch omdat het uitsluitend over de toekomst gaat – hoewel sommigen die indruk wel willen geven – nee, het profetische Woord is profetisch omdat het de belijdende kerk wakker wil schudden. We zijn met zijn allen op weg naar de Oordeelsdag. We zijn op weg naar dat moment dat Christus definitief en eeuwig scheiding zal maken tussen de rechtvaardige en onrechtvaardige. En aan welke kant sta jij, sta ik dan? Dit is de werkelijke boodschap van de Profeten. Het gaat niet langs ons heen. Wij kunnen er niet omheen en zeggen: “Ja, maar die boeken zijn voor Israël.” Nee, God is Dezelfde. Zijn gerechtigheid is dezelfde. Zijn morele wil is dezelfde. Zijn Christus is Dezelfde. En Zijn verlossingswerk is hetzelfde. En als wij iets vanuit dit gedeelte mogen meenemen als bemoediging, is het dit: God dienen heeft altijd nut. Dat was toen zo, dat is nu zo en dat zal altijd zo zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief